Rondleiding door de Grafelijke Zalen van het Binnenhof

Tekst en foto’s: Vian Gast

Op zaterdag 11 juni had de deskundigheidsbevorderingsommissie van de AWN een excursie georganiseerd naar de Grafelijke Zalen van het Binnenhof te Den Haag. Deze zalen zijn niet publiekelijk toegankelijk, dus voor de leden die mee waren, was het bijzonder dat we dit te zien kregen. De middag begon met de lezing ‘De onderkant van het Grafelijk en Stadhouderlijk Hof in Den Haag’ door Monique van Veen. Hierin vatte zij de hoogtepunten uit haar boek Het Grafelijk en Stadhouderlijk Hof Den Haag samen. Zelfs zij kwam tijdens de excursie op plaatsen waar ze nooit eerder was geweest! Van het Binnenhof zoals het nu bestaat is weinig meer in de oorspronkelijke staat. Sinds het ontstaan ervan in de dertiende eeuw, zijn er voortdurend stukken aangebouwd, maar ook weggehaald. Er is gesloopt, hersteld, gerenoveerd en geconserveerd. Bouwkundig gezien is het Binnenhof een ingewikkelde puzzel geworden.

afb. 1.

afb. 1. De tronen

Deze interessante geschiedenis gingen we bekijken tijdens de rondleiding. Onze gids was dhr. Jan Kamphuis, senior historisch bouwkundige van het Rijksvastgoedbedrijf. We begonnen in de Ridderzaal, de bekendste zaal van het Grafelijk Zalencomplex. Daar staan natuurlijk de tronen voor het voorlezen van de Troonrede, en voor diegenen die er nog nooit geweest waren, was het leuk om die eens in het echt te zien (afb. 1.). Het meest opvallende aan de Ridderzaal is het huizenhoge plafond. Dit lijkt origineel, maar de oorspronkelijke, middeleeuwse kap is in 1861 vervangen door een eigentijds dak van glas en gietijzer. Deze ongepaste ‘vernieuwing’ is enige decennia later, bij de grote renovatie aan het eind van de negentiende eeuw, door de bekende architect Pierre Cuypers (1827-1921) weer vervangen door een exacte kopie van de middeleeuwse overkapping (gelukkig waren er nog tekeningen). Zo kreeg de Ridderzaal zijn historische karakter terug.

 

Dwars achter de Ridderzaal, te bereiken via een trap, ligt de Rolzaal. De Rolzaal is ouder dan de Ridderzaal. Hij is gebouwd ten tijde van Roomskoning-Graaf Willem II, de vader van Floris V, en is dus een kleine 800 jaar oud. Ook deze zaal heeft door de eeuwen heen verschillende bestemmingen gehad, net als de Ridderzaal. Het plafond van de Rolzaal is een 19de-eeuwse reconstructie van de vermoedelijke middeleeuwse situatie (afb. 2.).

afb. 2. Het plafond van de Rolzaal.

afb. 2. Het plafond van de Rolzaal.

Boven de Rolzaal ligt nog een mooie kamer, maar die kan niet worden gebruikt omdat deze ruimte volgens de huidige voorschriften niet brandveilig te maken is. Een kleine torentrap als enige in-en uitgang voldoet niet meer aan de eisen. Hierboven ligt dan de zolder. We hadden het niet verwacht, maar net als bij gewone mensen thuis bleek deze zolder stampvol te liggen met oude spullen! Allerlei ornamenten, plinten, koperen lampen, prachtig geverfde schilden, balken, kastjes, deuren en nog veel meer, liggen daar, soms al eeuwen, te wachten op herbestemming (afb. 3.). Het zijn de resten van eerdere verbouwingen en renovaties. Alles is geïnventariseerd, maar niemand weet meer waar deze spullen oorspronkelijk in het gebouw vandaan komen. Het bewogen verleden van het Binnenhof ligt hier tastbaar te wezen. Erg bijzonder.

afb. 3. Rommel op zolder.

afb. 3. Rommel op zolder.

 

afb. 4. Kleuronderzoek.

afb. 4. Kleuronderzoek.

Een andere mooie zaal is de Lairesse zaal, genoemd naar Gerard de Lairesse (1640-1711), die de wandschilderingen gemaakt heeft. Deze prachtige voorstellingen zijn in de Napoleontische tijd smaller gemaakt, om ruimte te maken voor extra pilasters. Het plafond was ook ooit beschilderd, maar die voorstellingen zijn nu verdwenen. Deze zaal is aan renovatie toe, maar daar is discussie over. De vraag is hoe het nu te restaureren: volgens de laatste mode (wat vinden we anno 2016 mooi), het behouden zoals het nu is (en de pilasters en kleuren uit de Napoleontische tijd volgen), of herstellen zoals het oorspronkelijk was. Maar hoe was dat dan? Aan de muren is verf weggenomen om te kijken welke kleuren onder de huidige laag zitten, en dat zijn er heel wat (afb. 4.).

Dit vraagstuk, over hoe een oude ruimte die al vele malen van uiterlijk en bestemming veranderd is, het beste gerenoveerd kan worden om ‘oud’ te blijven, maar toch een functie kan hebben in deze moderne tijd, is iets dat voor het hele Binnenhof geldt.

 

Na deze zeer boeiende excursie met stof tot nadenken, hebben we ook nog een bezoek gebracht aan Museum de Gevangen Poort. In de dertiende eeuw vormde dit gebouw de imposante hoofdpoort tot het kasteel van de Graven van Holland, nu bekend als Het Binnenhof. Het is een prachtig gebouw, maar van al die martelwerktuigen wordt je niet vrolijk. Onze gids kon zeer levendig vertellen over de erbarmelijke omstandigheden waaronder de arme gevangen daar verbleven. Ook bracht hij, met behulp van de aanwezige werktuigen, de scherp verhoren (bekenning door marteling) tot leven en de rillingen liepen, in ieder geval bij mij, over de rug. Als afsluiter was er nog het huiveringwekkende verhaal over de lynchpartij en verminking van de gebroeders Johan en Cornelis de Witt. Hierna was iedereen echt toe aan een drankje en werd deze zeer geslaagde middag afgesloten bij Dudok!