11 november 1924 – 30 januari 2014
Met het overlijden van Cees is een markante persoonlijkheid uit ons midden verdwenen. Cees was een van de initiatiefnemers bij het oprichten van de Archeologische Werkgroep Voorburg (AWV). Na zijn pensionering stortte hij zich op zijn hobby’s: archeologie, gesteenten en fossielen. In 1984 richtte hij met enkele enthousiastelingen de AWV op. Hij werd voorzitter, notuleerde, onderhield contacten met de gemeente, organiseerde tentoonstellingen en hield lezingen. Dat was wel erg veel van het goede en in 1986 werden de taken verdeeld. Cees bleef wel nog enige jaren voorzitter. We begonnen op de zolder van Cees in de Frederik van Eedenstraat. Later verhuisden we naar het helaas afgebroken Groene Kruisgebouw, een romantisch onderkomen zonder verwarming, waardoor we na afloop van de werkavond regelmatig een café in de Herenstraat bezochten om op te warmen. Vervolgens belandden we in Sionslust, daarna in de Van Royenschool en uiteindelijk in de Van Naeltwijckstraat. Cees bleef onverstoorbaar onder de energie en tijd vretende verhuizingen. Hij ontwikkelde zich tot het wandelende geheugen van de werkgroep, want hij was bij elke opgraving betrokken en bekwaamde zich in alle voorkomende werkzaamheden: graven, tekenen, fotograferen, documenteren, restaureren, publiceren, dit laatste o.a. in “De kroniek van Voorburg”, het overzichtswerk “Forum Hadriani. Van Romeinse stad tot monument” en in de periodieken Westerheem en Kwadrant. Zijn bijzondere aandacht voor Forum Hadriani heeft velen geïnspireerd tot nader onderzoek aan deze bekende vindplaats. Hij was ook nooit te beroerd om bij een opgraving aan omstanders vriendelijk uit te leggen hoe de vork in de steel zat. In 1999 ontving hij tijdens de jaarvergadering van de landelijke vereniging, de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland (AWN), de bronzen legpenning voor zijn archeologische verdiensten. Ook werd hij erevoorzitter van de Archeologische Werkgroep Leidschendam-Voorburg (AWLV). Als amateurarcheoloog had hij het ideale profiel: hij was nauwkeurig, diplomatiek, onverstoorbaar, kon goed relativeren, maar hield zijn doel steeds duidelijk voor ogen: onderzoek en bescherming van het bodemarchief. Mooi voorbeeld van zijn ontwapenende onverstoorbaarheid waren zijn excursies naar hardstenen bordessen van statige panden in Den Haag. Hij beklom met zijn volgelingen de treden, boog zich over de aanwezige fossielen, gaf daarbij een duidelijke uitleg en liet zich niets gelegen liggen aan passanten. De Frederik van Eedenstraat verwijst ook naar zijn verholen kwaliteiten. Cees was een verwoed dichter en taalcriticus, die de ambtelijke geheimtaal op zijn ministerie regelmatig op de hak nam. Hij heeft een lang en rijk leven achter de rug. We zullen hem niet vergeten. Zijn naam zal verbonden blijven aan het archeologisch onderzoek in Voorburg.
Bram van den Band
In het AD/Haagsche Courant van woensdag 19 februari 2014 is mooi artikel over Cees Milot verschenen in de serie Van Wieg Tot Graf